Ar Bara nevez – nieuw brood
Hij is waarschijnlijk de enige Bretonse landbouwer/molenaar/bakker die ooit drie volle pagina’s kreeg in het Britse standaardwerk Mastering the Art of French Eating. De Engelse culinair-journaliste Ann Mah interviewde Youenn voor haar boek over de uitzonderlijke bio-landbouw in Bretagne, de hoogwaardige graansoorten die dat oplevert en over de herkomst en bijzondere kwaliteiten van boekweit. De Kruisvaarders brachten het boekweitgraan in de Middeleeuwen mee uit het Midden-Oosten, waarna het al snel zijn vaste plek kreeg in de Bretonse landbouw. Youenn, een typisch Keltische naam, weet er alles van. Je mag hem gerust een wandelende agrarische encyclopedie noemen met een passie voor en decennia lange ervaring met de gemengde bio-landbouw die hij hier omstreeks 1980 op gang bracht.
“Het begon met bezinning op hoe we hier bezig waren,” vertelt Youenn. “Ik vond het ineens heel inconsequent om onze graanproductie op te stuwen door het gebruik van giftige middelen en op die manier onze gezondheid in gevaar te brengen. Dat moest anders kunnen. Zo startte in 1981 het biologische avontuur op het familiebedrijf van mijn grootouders.” Wat volgde was in 1984 de bouw van een eigen meelmaalderij. De laatste logische stap was de vorming van een coöperatieve bakkerij voor bio-brood, Ar Bara nevez (‘nieuw brood’ in het Bretons).
Voor crêperies, pizzeria’s en Krips de Plonéis
De tijd bleek er rijp voor. Het werd een succes. Om de groeiende vraag te kunnen bijbenen groeide het biologische landbouwbedrijf geleidelijk van 15 hectare naar 60 hectare, de maalderij gaf emplooi aan zeven medewerkers en al snel telde de coöperatieve bakkerij Ar Bara 20 leden.
De levering van hoogwaardige, gevarieerde meelsoorten bleef niet beperkt tot de eigen broodbakkerij. Rond het jaar 2010 voorzag het familiebedrijf van Youenn zo’n zestig crêperies en veertig andere bakkerijen en pizzeria’s van meel. Ook Krips de Plonéis, de succesvolle maker van traditionele Bretonse boekweitproducten werd vaste klant. Inmiddels had Youenn in de omgeving van Quemper een tiental landbouwers geselecteerd die eveneens tot biologische teelt waren overgegaan en samen goed waren voor zeventig procent van de totale meelproductie die nodig was om aan alle vraag te kunnen voldoen.
Leverancier voor zuurbrood
Toen sloeg het noodlot toe. Brand verwoeste in 2016 de familieboerderij van Youenn, alsmede de maalderij. Opnieuw een moment van bezinning. Alles weer opnieuw opbouwen of een andere weg inslaan? In dat besluit zou Youenn’s enige zoon Jonas delen. Belangrijk was hoe hij zijn toekomst zag. Eigenlijk had Jonas andere plannen, maar hij wilde blijven om zijn vader te helpen om het bedrijf weer op te bouwen en om voor de verdere continuïteit te zorgen. Besloten werd om alle energie en ervaring voortaan exclusief te richten op een herbouwde meelmaalderij als kwaliteitscentrum voor enerzijds de collectiviteit van bio-boeren in de omgeving van Quemper en anderzijds voor de verzelfstandigde bakkerij-coöperatie. En zo gebeurde het. Inmiddels is vader Youenn gepensioneerd. Maar al zijn passie, kennis en ervaring heeft hij doorgegeven aan zijn zoon Jonas (31), de vijfde generatie molenaar op deze plek. Onlangs heeft zuurbrood zich als nieuwe klant bij hem aangediend, met goed gevolg.
zuurbrood beschouwt het als een voorrecht om juist met deze bijzondere Bretonse molenaar van hoogwaardige bio-meelproducten in zee te gaan.